De Brazilianen vormen een van de grootste migrantengroepen in Suriname. Hun precieze aantal is onbekend, maar wordt rond de 20.000 (3,5% van de totale bevolking), soms zelfs op 40.000 geschat. De meesten van hen werken als garimpeiros (kleinschalige goudzoekers) of geassocieerde beroepen (kok, bevoorradingswinkels, prostitutie, et cetera). Ze hebben hierdoor vaak een imago als "criminelen" die "het binnenland leegroven".[1] Ze gelden echter ook als harde werkers[2] en hun relaties met de Marrons zijn in het algemeen goed.